Golfclubs: welke passen bij jouw spel?

Je staat op de tee en vraagt je af of je de juiste club vasthoudt. Het kiezen van een goede golfclub is makkelijker dan je denkt, zolang je weet waar je op moet letten. In dit artikel leg ik je stap voor stap uit hoe je de perfecte driver, ijzer of putter vindt en hoe je ze in topconditie houdt.

Driver, fairway woods en hybride: de lange clubs

De driver is de club die je het verst laat vliegen. Kijk eerst naar de loft (de hoek van het clubhoofd). Een loft van 9‑10 graden geeft meer controle, een hogere loft geeft meer hoogte en afstand. Als je nog niet zo ver kunt slaan, start dan met een driver van 10,5‑12 graden – dat helpt je bal hoger en langer te laten gaan.

Fairway woods en hybriden vullen de driver aan. Een 3‑wood is goed voor lange slagen vanaf de fairway, terwijl een hybride vaak makkelijker te raken is dan een lang ijzer. Probeer ze op de oefenbaan: de hybride moet soepel uit je swing komen en de bal zo recht mogelijk opstijgen.

Ijzers en wedges: precisie en controle

Ijzers zijn de werkpaarden van elke golfer. Een set met een lager nummer (bijvoorbeeld 4‑6) geeft meer afstand, maar is minder vergevingsgezind. Voor beginners zijn 7‑ en 8‑ijzers ideaal omdat ze een goede balans bieden tussen afstand en nauwkeurigheid.

Wedges (pitch‑ en sand‑wedges) gebruiken je voor korte, hoge slagen rond de green. Let op de loft: een 56‑degree wedge is geschikt voor “lob‑shots” over obstakels, terwijl een 54‑degree wedge beter werkt voor gevoerde pitches.

De putter: je laatste kans op de green

Een putter moet comfortabel in je handen liggen. De vorm (blade, mallet of heel‑toe) bepaalt hoe de club de bal rolt. Een mallet‑putter biedt meer stabiliteit, terwijl een blade‑putter meer gevoel geeft. Probeer beide en kijk welke je beter helpt om de bal recht te laten rollen.

Een simpele truc: sta met je voeten breed genoeg, kijk recht naar de bal en houd je polsen stil. Als je die basis onder de knie hebt, begint de bal zich vanzelf naar de hole te bewegen.

Onderhoud: je clubs in topvorm houden

Reinig je clubs na elke ronde. Een vochtige doek is genoeg voor de hoofdstukken, maar gebruik een zachte borstel voor vuil tussen de groeven. Controleer regelmatig de lie‑ en loft‑hoek. Een lichte wijziging kan je swing drastisch beïnvloeden.

De shafts (schachten) kunnen breken als ze te vaak op dezelfde plek worden belast. Laat ze jaarlijks inspecteren door een professional. Een goede grip vervangt je elke 6‑12 maanden – een versleten grip slipt en maakt je swing onvoorspelbaar.

Tot slot, bewaar je clubs in een droge omgeving. Vocht en roest verminderen de levensduur van het clubhoofd. Een simpele clubhoes of een droge kast maakt een groot verschil.

Met deze tips weet je nu precies welke golfclubs bij je passen en hoe je ze onderhoudt. Probeer een paar verschillende modellen uit, luister naar hoe ze aanvoelen en let op je resultaten op de baan. Zo vind je de set die je spel naar een hoger niveau tilt.